Pel en halveer de sjalotten, snipper ze daarna ragfijn. Hak 1 teentje knoflook fijn. Halveer de Spaanse peper in de lengte en verwijder de zaadjes en zaadlijsten. Snijd de peper in dunne reepjes snijden. Fruit de sjalot, knoflook, het citroenblad en de Spaanse peper zachtjes aan en blus het daarna af met de ketjap en de gember siroop. Voeg dan de melk toe breng dit aan de kook. Voeg dan de pindakaas toe en roer alles met de garde goed door. Blijf roeren en breng de saus zacht aan de kook. Voeg als de saus te dik is nog wat melk toe tot de saus de gewenste dikte heeft.
Pesto van zongedroogde tomaten met sjalot
Pel en halveer de sjalot in de lengte en snijd hem ragfijn. Hak het teentje knoflook fijn.
Snijd de basilicumblaadjes in grove stukken. Laat alle ingrediënten, behalve de sjalot, in een keukenmachine tot een pesto draaien (niet te fijn!). Voeg als dit klaar is de sjalot toe en breng de pesto op smaak met zout en peper.
Croutons:
Pel en kneus de teentjes knoflook. Zet de koekenpan met de olijfolie en de teentjes knoflook op het vuur en bak hierin de stokbroodplakjes om en om mooi goudbruin en krokant. Serveer ze met de tomatenpesto.
Paprika, sjalotten bospeen crème
Pel de sjalotten en snijd ze in grove stukjes. Pof de paprika in de oven op 200 graden totdat de schil zwart wordt. Laat de paprika daarna in ijswater of een plastic zakje afkoelen. Verwijder vervolgens de schil en de zaadlijsten. Snijd de paprika in kleine stukjes. Schil de bospeen snijd ze in kleine stukjes. Laat de bospeen samen met de sjalot en het paprikapoeder en peper en zout garen in de boter onder een gesloten deksel. Als de bospeen bijna gaar is voeg dan de gesneden paprika toe stoof het geheel gaar. Maal het groentemengsel daarna fijn in een keukenmachine en breng het op smaak.
‘Hete Bliksem’ (bitterballen) met sjalot
De aardappelen koken en pureren. De appels schillen en in blokjes van 1 bij 1 cm snijden. De sjalotten pellen en ragfijn snipperen. De witte wijn opzetten met kaneelpoeder, kaneelstokje en gesnipperde sjalot. Suiker toevoegen, aan de kook brengen en 10 minuten laten trekken. Vervolgens de appelblokjes erbij en weer aan de kook brengen. Onmiddellijk van het vuur afhalen en koud wegzetten. Laat de appelblokjes op een zeef uitlekken als ze voldoende zijn afgekoeld. Door de aardappelpuree mengen en het geheel goed op smaak brengen met zout en peper.
‘Hete Bliksem’ bitterballen:
Met een ijsknijper – of 2 lepels – kleine balletjes maken van de puree. Wentel ze eerst door de bloem, vervolgens door het losgeslagen eiwit en als laatste door het – met sesamzaadjes vermengde – broodkruim. Daarna de bitterbal nog een keer door het eiwit en broodkruim wentelen en frituren op 180° C. Uit laten lekken op keukenpapier.
Aandachtspunten:
Zorg ervoor dat de appelblokjes niet te gaar worden, anders wordt de ‘hete bliksem’ te vochtig.
Heerlijke sjalotten-mangochutney
De sjalotten pellen, halveren en ragfijn snipperen. Mango’s schillen en in kleine blokjes van ½ bij ½ cm snijden. De rode peper halveren, zaadjes en zaadlijsten verwijderen en heel fijnsnijden (niet hakken!). De gember heel fijnsnijden. De suiker met een klein laagje water op het vuur licht karamelliseren. Wanneer er een lichte karamel ontstaat de sjalot, gember, rode peper en geperste knoflook toevoegen en afblussen met de azijn en mangoblokjes. Als laatste de kerriepoeder toevoegen en naar smaak een beetje zout en peper. Een paar minuten laten koken (dit hangt af van de rijpheid van de mango).
Intussen twee jampotten steriliseren en omgekeerd op een schone theedoek zetten. Als de chutney klaar is, gelijk in de potten doen, sluiten en ondersteboven laten afkoelen.
Aandachtspunten:
Voor chutneys geldt dat ze het lekkerst smaken na een paar weken staan.
Als je rode peper te heet vindt: voor de kleur kan ook een halve rode paprika in dunne reepjes erdoorheen worden gedaan.
Karamel maken is niet zo moeilijk: door een beetje water bij de suiker te doen en op een matig vuur te laten inkoken (zonder aan de pan te komen) zal de suiker gaan karamelliseren zonder te verbranden.
Hollandse Sjalottenbitterbal
De sjalot pellen, halveren en daarna in halve ringen snijden van ½ cm dikte (het wortelgedeelte van de sjalot niet mee snijden want deze is een beetje bitter). De parelhoenfilet ontdoen van vliezen en in kleine reepjes snijden. Het halve teentje knoflook fijnhakken. De parelhoenfilet en de sjalot zachtjes garen in de boter met de knoflook en op smaak brengen met zout en peper. Als de parelhoen gaar is, de bloem toevoegen en zachtjes laten doorkoken totdat er een bal ontstaat. De koude bouillon toevoegen en zachtjes tot een ragout koken. Wanneer de ragout glad en gaar is de gesneden dragonblaadjes toevoegen en in de koelkast minimaal 2 uur laten afkoelen. Verdeel de ragout in porties en maak van iedere portie een bitterbal, eventueel met behulp van een ijsschep. Vervolgens de bitterballen door de bloem wentelen, daarna door het eiwit (losgeslagen met een beetje zout) en als laatste door het paneermeel. U kunt voor de zekerheid de bitterbal nog een keer door het eiwit en de paneermeel halen, zodat deze niet uitloopt tijdens het frituren. Leg de bitterballen vervolgens nog minimaal 1 uur in de koelkast. Verhit de olie tot 180 °C. Frituur de bitterballen (niet teveel tegelijk) ongeveer 3 à 4 minuten, tot deze goudbruin van kleur zijn en warm van binnen. Laat even uitlekken op wat keukenpapier.
Aandachtspunten:
De sjalot onder water pellen zorgt voor minder irritatie aan de ogen.
De sjalot snijden met een scherp mes, dit vermindert irritatie aan de ogen tijdens het snijden: in alle sjalotten- en uiensoorten zitten oliën die vrij komen, doordat de cellen kapot gesneden worden. Met een scherp mes blijven deze cellen heel. Dus nooit een sjalot of een ui hakken maar altijd snijden!
Frituur niet te veel bitterballen tegelijk: hierdoor koelt de olie te veel af en worden de bitterballen slap.
Roergebakken sjalot met wilde spinazie
De sjalot pellen, halveren en in halve ringen snijden (het wortelgedeelte van de sjalot niet mee snijden want deze is een beetje bitter). De spinazie van steel en nerven ontdoen en 2x wassen in lauwwarm water. Dit op een vergiet laten uitlekken. Een wok op het vuur zetten, goed heet laten worden en vervolgens de olie en de boter toevoegen. Dit wordt snel bruin, dus wel erbij blijven en gelijk de sjalot, geperste knoflook en de (wilde) spinazie toevoegen. Dit geheel snel roerbakken en op smaak brengen met peper en zout (roerbakken: niet langer dan 2 minuten anders is de spinazie te gaar!)
Aandachtspunten:
Pel de sjalot onder water, zodat er minder irritatie aan de ogen ontstaat.
De spinazie goed laten uitlekken zodat de boter niet gaat spetteren bij het bakken.
Zo kort mogelijk roerbakken waardoor de spinazie knapperig blijft en de vitamines behoudt.
Gekaramelliseerde sjalot en Hollandse witlof
De sjalot pellen, halveren en halve ringen snijden van ½ cm dikte (het wortelgedeelte van de sjalot niet mee snijden want deze is een beetje bitter). De witlof vanaf de punt af om de kern heen afsnijden in stukjes van 3 cm (de kern niet mee snijden want deze is bitter). De witlof wassen en op een vergiet uit laten lekken. Een koekenpan op het vuur zetten , goed heet laten worden en vervolgens de olie en boter toevoegen. Pas op, het wordt het snel bruin. Als de boter en olie bruin is, gelijk de witlof en de sjalot toevoegen en het geheel roerbakken. Wanneer de witlof begint te kleuren de suiker toevoegen en deze licht laten karamelliseren op hoog vuur. De witlof op smaak brengen met peper en zout.
Aandachtspunten:
Pel de sjalot onder, zodat er minder irritatie ontstaat in de ogen.
De witlof goed laten uitlekken zodat de boter niet gaat spetteren bij het bakken.
De suiker niet te ver door laten kleuren, de suiker mooi goudbruin van kleur houden.
Echte sjalottenpesto
De sjalot pellen, halveren en daarna in halve ringen snijden van ½ cm dikte (het wortelgedeelte van de sjalot niet mee snijden want deze is een beetje bitter). De knoflookteentjes pellen en in de lengte halveren en van de pit ontdoen (deze is bitter, vooral als de knoflook rauw wordt gebruikt). De peterselie wassen en in een slacentrifuge drogen of met keukenpapier droogdeppen. De pijnboompitten licht roosteren in een voorverwarmde oven op 170 °C totdat ze lichtbruin van kleur zijn. De sjalotten zachtjes aanzetten in een ½ dl olijfolie, zonder te kleuren. Wanneer de sjalotten gaar zijn, laten afkoelen in de koelkast en koud verwerken. Alle ingrediënten in een foodprocessor niet al te fijn malen en het geheel op smaak brengen met zout en peper.
Aandachtspunten:
Pel de sjalot onder water, dit zorgt voor minder irritatie in de ogen.
De sjalot snijden met een scherp mes, dit vermindert irritatie aan de ogen tijdens het snijden: in alle sjalotten- en uiensoorten zitten oliën die vrij komen, doordat de cellen kapotgesneden worden. Met een scherp mes blijven deze cellen heel. Dus nooit een sjalot of een ui hakken maar altijd snijden.
De pijnboompitten niet te bruin kleuren, anders worden ze bitter van smaak.
De peterselie wassen in lauwwarm water, zodat het zand goed los kan weken.
Winterse roerbakgroenten
Winterwortel, schorseneren, pastinaak en knolselderij wassen, schillen en in kleine blokjes van circa 1 bij 1 cm snijden. Breng een ruime pan met water en zout aan de kook, blancheer de groenteblokjes 2 minuten en spoel af in een vergiet onder koud stromend water. Laat vervolgens even uitlekken.
De sjalotjes pellen, halveren en in ringetjes snijden. De knoflook halveren, de kiem verwijderen en fijnhakken. Het spek in blokjes van circa 0,5 cm bij 0,5 cm snijden. Bak de spekblokjes enkele minuten zachtjes in de boter, voeg sjalot en knoflook toe en fruit het geheel nog 1 minuut. Voeg als laatste de groenten toe en roerbak deze een paar minuten mee. Breng op smaak met zout en peper en serveer direct.
Tips:
Door de groenten beetgaar te blancheren blijft de smaak beter bewaard.
Pastinaak of witte wortel is een circa 20 cm lang wortelgewas met een zoete, anijsachtige smaak en een crème-witte kleur. Net als de winterwortel kan pastinaak zowel rauw als gekookt worden gegeten. Gefrituurde pastinaak lijkt op aardappelchips. De pastinaak wordt veel gebruikt als ingrediënt voor stoofschotels en hutspot. In veel Engelse zoete gerechten, zoals desserts en jam, is pastinaak onmisbaar. De groente is moeilijker te krijgen dan knolselderij en winterpeen, maar vraag er eens naar bij de groenteboer/versspeciaalzaak. Let erop dat de wortels stevig aanvoelen, slappe pastinaken worden een beetje kauwgumachtig als ze gaar zijn.
Dit gerecht kun je als bijgerecht bij de eendenborst met olijventapenade serveren.